Iets doen voor een ander

Iets doen voor een ander kun je vanuit verschillende motieven. De behoefte erachter is telkens verschillend.

Motieven om iets voor een ander te doen:

omdat je ervoor betaald wordt (behoefte aan zekerheid, autonomie, een thuis…)
omdat de ander iets voor jou doet als wederdienst (behoefte aan zorg, hulp…)
omdat je hoopt dat die ander later iets voor jou gaat doen als wederdienst (behoefte aan hoop of vertrouwen op steun en hulp in de toekomst)
omdat het moet (om problemen te vermijden: behoefte aan rust, harmonie)
om aardig en lief gevonden te worden (behoefte aan acceptatie en erbij te horen)
omdat je bedreigd wordt (behoefte aan overleven, veiligheid)
omdat je er plezier aan beleeft om voor anderen te zorgen (behoefte aan zingeving, zorgen: een bijdrage leveren aan het plezier van anderen)

Vanuit welke motieven ben jij meestal geneigd om iets te doen? Wat is voor jou het hoofdmotief in je werk? Of heb jij meerdere motieven om iets te doen?

Enkele commentaren bij de zeven bovenstaande motieven

1. Je werkt omdat je er geld voor krijgt.
Met hun loon zorgen mensen voor de behoeften in hun persoonlijk leven: een onderkomen, sociaal leven, welbevinden van de familie, hobby's…
Wie ‘enkel' voor de financiële compensatie gaat werken, heeft meestal weinig of geen plezier aan het werk op zich (= extrinsieke motivatie). Een werkdag duurt dan lang en de behoefte om de eigen creativiteit en talenten in te zetten is er niet. Gaan werken betekent ‘de dag zo snel mogelijk doorkomen en zo weinig mogelijk proberen te doen'. Het jammere hierbij is dat een doorsnee mens tussen de 40.000 en de 70.000 uren werkt in zijn leven. Vele uren zonder al te veel levenskwaliteit…
Onderzoek toont aan dat geld op zich geen sterke motivator is voor het leveren van kwaliteit. De echte motivatie halen mensen uit andere aspecten van hun werk: iets zinvols doen, een meerwaarde creëren, zorgen voor anderen, creatief zijn… (= intrinsieke motivatie). Wie zijn werk doet vanuit het plezier van het geven, doet zijn werk met passie en overgave. De voldoening die hieruit voortkomt, is de belangrijkste motivatie om zijn werk goed te doen.
2. Je doet iets voor de ander omdat hij iets voor jou doet.
Iets voor een ander doen als wederdienst is een strategie die we zowel binnen als buiten het werk kennen. "Ik doe iets voor een ander omdat ik er iets voor terug krijg." Deze motivatie lijkt een beetje op de eerste strategie. Alleen is het ruilmiddel hier geen geld, maar zijn het diensten en goederen.
3. Je doet iets voor iemand om op een goed blaadje te komen.
Iets doen voor een ander met de hoop dat de ander ooit iets voor je terug doet zien we vaak in hiërarchische machtsrelaties. Je doet iets voor iemand die invloed heeft in de organisatie en je hoopt vroeg of laat op een wederdienst. Er is geen garantie dat de ander iets zal doen als wederdienst. Vaak blijft de verhoopte steun uit en blijf je gefrustreerd achter. Deze manier wordt in de meeste organisaties bekeken als onderkruiperij, kontlikken, slijmen…
4. Je doet iets voor de ander omdat het zo hoort.
De reden waarom sommige mensen iets doen voor anderen is omdat één of andere regel hen hiertoe verplicht. Ze doen dingen omdat ze denken dat ze ‘moeten'. Meestal zijn het ongeschreven regels die bepalen wat mensen ‘horen' te doen. Het gehoorzaam zijn aan deze regels is de motivatie om iets voor een ander te doen. Het vermijden van schuld- en schaamtegevoelens is sturend voor het doen en laten van deze mensen. Deze manier van iets doen voor een ander geeft weinig vreugde. Het leidt vaak tot verkilling en een staat van permanente somberheid.
5. Je doet iets voor anderen omdat je aardig wil zijn.
Sommige mensen streven ernaar om altijd lief en vrolijk te zijn, ook als ze zich niet zo voelen. Ze (glim)lachen vaak, doen alsof ze blij zijn en stellen zich altijd dienstbaar op. De reden waarom ze dit doen is omdat ze overtuigd zijn dat het zo hoort. Ze zullen zelden ‘nee' zeggen, ook als iets hen niet uitkomt. Deze manier van iets doen voor anderen vindt zijn oorsprong in een soort ‘moeten'. Het niet volgen van dit ‘vriendelijk moeten zijn' geeft deze mensen een schuldgevoel. Op een dergelijke manier iets voor anderen doen, leidt vaak tot een burn-out. Vrienden en familieleden weten dat er achter de glimlach vaak frustratie en oordelen schuilgaan.
6. Je doet iets voor een ander omdat je wil overleven.
Iets doen omdat je bedreigd wordt, komt vaak voor in autoritaire systemen. Wie zich niet aan de regels houdt, wordt hiervoor gestraft. In organisaties zien we vaak een minder opvallende variant hiervan. Er wordt verwacht dat iedereen zich aan de regels houdt. Wie dit niet doet, wordt uitgesloten, gepest of bedreigd. Vaak is eruit stappen de enige manier om aan dergelijke terreur te ontkomen. Verbindende eerlijkheid en empathie hebben in dit soort organisaties weinig effect.
7. Je doet iets voor een ander vanuit jouw behoefte om ‘bij te dragen aan het welbevinden van anderen'.
Iets doen omdat je weet dat je een bijdrage levert aan het geluk of het welzijn van iemand anders, geeft energie. Mensen worden met deze behoefte geboren. Het is bijna onmogelijk om niet aan deze behoefte te beantwoorden. Elke mens verlangt ernaar om zorg te dragen voor andere mensen, om zorg te dragen voor ander ‘leven'. Veel mensen werken daarom met veel overgave en voldoening in vrijwilligersorganisaties. Anderen halen veel voldoening uit het ondersteunen van projecten die de levenskwaliteit verbeteren van bepaalde groepen in de maatschappij. Deze voldoening kunnen mensen ook uit het werk halen, als ze zien dat hun werk bijdraagt aan de levenskwaliteit van anderen.

VC wil mensen stimuleren om iets voor een ander te doen omdat het plezier geeft om bij te dragen aan het geluk van anderen

Vanuit VC willen we mensen stimuleren om vooral vanuit het laatste motief te werken: er plezier aan hebben om een meerwaarde te creëren voor anderen. Met bijna elk beroep draag je op de één of andere manier bij aan het welzijn van anderen. Hierdoor vervullen mensen hun behoefte om ‘iets zinvols te doen'. Zowel het extern zorg dragen voor een goede dienstverlening naar klanten, als het intern zorg dragen voor arbeidsvreugde en ondersteuning van collega's, geeft mensen voldoening. Het is een manier om de behoefte 'zorg dragen voor anderen' op een heel concrete manier in te vullen.