De zomer doorkomen zonder straffen en belonen

De meeste ouders houden onvoorwaardelijk van hun kind, maar onvoorwaardelijk opvoeden lijkt vaak moeilijk. Geïnspireerd door een interview met de Amerikaanse denker Alfie Kohn vind je hier een aantal denkpistes om de zomer door te komen zonder straffen en belonen.

De alledaagsheid van straffen

“Als je je bordje leegeet, krijg je een koekje.” Een kind negeren tijdens een driftbui, of in de hoek zetten als het een ander kind slaat. Maar ook: een compliment geven als het rustig aan het tekenen is, of een ijsje geven als hij niet gehuild heeft tijdens zwemles. Volgens Alfie Kohn zijn het allemaal voorbeelden van hoe ouders de liefde voor hun kinderen tot ‘handelswaar’ maken. Met straffen en belonen, leren we onze kinderen dat onze liefde niet vanzelfsprekend is, dat ze er eerst iets voor moeten doen dat ons pleziert of dat indruk maakt.

Waarom straffen niet werkt en rekening houden met het kind wel

Onvoorwaardelijk ouderschap vergt een manier van omgaan met kinderen waarbij de nadruk ligt op wie het kind is, in plaats van op wat het doet. Neem bijvoorbeeld een time-out (in de hoek of bij een paaltje op de speelplaats). We hopen natuurlijk dat het kind van zijn straf leert en in het vervolg twee keer nadenkt voordat het een mep uitdeelt. Maar volgens Kohn zit het kind daar niet te denken aan het leed dat het zijn zusje aandeed, maar vooral aan zichzelf en hoe boos het is op de volwassene en dat andere kind. Het kind focust op het leed dat hem is aangedaan, terwijl je juist wil dat je kind leert rekening te houden met het leed dat hij een ander aandoet.

Volgens Kohn lost een straf op de lange termijn niets op, omdat je niet aan de relatie met het kind werkt als het op de strafplaats zit. Bovendien kom je er door het gedrag te bestraffen niet achter welke emotie er achter het gedrag schuilgaat. Is het kind bijvoorbeeld moe, heeft het behoefte aan privacy, wil het aandacht en probeert het dat via agressief gedrag te krijgen? Er kunnen honderd verschillende redenen zijn voor gedrag dat wij niet prettig vinden, dus consequent met straf reageren is eigenlijk onlogisch. Door met je kind te praten, de emoties serieus te nemen en samen een oplossing te zoeken, leert het kind rekening te houden met anderen doordat jij als volwassene ook rekening houdt met hem.

De gewoonte om voorwaardelijk op te voeden

Velen van ons worstelen ermee om de dagelijkse dingen van kinderen gedaan te krijgen. Gewoon, ze aangekleed op de fiets naar school en ’s avonds met een maag vol gezonde groenten in bed te krijgen. In de drukte en stress zijn we geneigd terug te vallen op middelen als chantage of dreigen met straf. Maar die ondermijnen de relatie die we met onze kinderen willen en de wensen die we voor hun toekomst hebben. Want als je het ouders vraagt, zeggen ze overal ter wereld hetzelfde: we willen dat onze kinderen later gelukkige, morele, empathische mensen zijn. Dat ze opgroeien tot onafhankelijke, kritische denkers. En dat bereik je dus niet door ze te leren gehoorzamen, dat bereik je door ze te laten oefenen met sociaal gedrag. Waar anders dan in het gezin moeten ze leren om conflicten op te lossen, rekening te houden met anderen en hun eigen gevoelens te verwoorden?’

Betrokken blijven en uitnodigen tot samenwerken

Heel wat ouders willen niet autoritair worden, maar een laissez-faire houding is ook niet de oplossing. Met Verbindende Communicatie komt een derde perspectief in zicht: een perspectief met grote betrokkenheid bij je kinderen, waar ouders en kinderen samenwerken, in plaats van dat ouders kinderen steeds goed gedrag proberen af te dwingen. Belonen en prijzen zijn variaties van dit afdwingen. We proberen met trucjes het gedrag van onze kinderen te manipuleren. Straffen en belonen werken heel goed, maar alleen tot je kind niet meer bang of afhankelijk van je is. Dan sta je als ouder met lege handen en is je relatie beschadigd. Het enige wat ze op de lange termijn leren, is dat degene met macht bepaalt hoe dingen gaan.

Maar belonen met complimentjes is toch belangrijk voor het zelfvertrouwen van kinderen, niet?

Complimenten blijken de motivatie van kinderen juist te ondermijnen. Ja, het motiveert ze om meer beloningen te willen krijgen, maar dat gaat ten koste van de echte interesse in wat ze doen. Er is nog een probleem: beloningen, net als complimenten, ondergraven het zelfvertrouwen van kinderen. Een gezond zelfvertrouwen betekent dat kinderen, zelfs als ze iets fout doen, weten dat ze een goed mens zijn. Op een verbindende manier waardering uiten, komt erop neer dat je het kind informeert over wat er precies voor zorgde dat jouw behoeften vervuld werden. Zulke boodschappen getuigen van gelijkwaardigheid en dankbaarheid.

Als wij geen consequenties verbinden aan het gedrag van onze kinderen, betekent dat dan dat er geen grenzen zijn?

Kinderen doen soms dingen die we vervelend vinden en dan is het makkelijk om te zeggen dat we ze moeten begrenzen. Daarmee rechtvaardigen we het gebruik van macht, we dwingen ze om zich aan ons aan te passen. Als kinderen ons uittesten is het vaak omdat ze zich, onbewust, afvragen: als ik iets verkeerd doe, houd je dan nog steeds van me? Door te straffen gooien we de deur dicht en bevestigen we hun grootste angst: dat ze onze liefde kunnen verliezen.’

Door als ouder je verzoek eens onder de loep te nemen, kom je er misschien achter dat het probleem niet bij het kind ligt, maar bij wat je eist. Is het gemakzucht, zijn we overbezorgd, past ons verzoek wel bij de leeftijd van ons kind? Zo kun je je afvragen of het redelijk is om van een 4-jarige te verwachten uren stil aan tafel te blijven zitten, of van een 10-jarige dat ze haar kamer opruimt. Want waarom zou de enige plek in de wereld die van jouw dochter is, aan jouw standaard moeten voldoen?

Maar goed, er zijn natuurlijk gevallen dat een kind wel iets ‘moet’. In dat geval is het belangrijk om kinderen, afhankelijk van hun leeftijd, erbij te betrekken. Het is echt nooit nodig om je kind te straffen. Als iets echt ‘moet’, dan kun je op z’n minst samen overleggen over hoe je iets gaat doen. Dat geeft je kind een gevoel van autonomie, van controle over zijn eigen leven. Het paradoxale is: hoe minder we krampachtig vasthouden aan gehoorzaamheid en hoe meer we onze kinderen met vertrouwen en respect behandelen, hoe eerder zij geneigd zijn ons het voordeel van de twijfel te geven als we een keertje zeggen dat iets ‘moet’.

Druk op ouders om streng te zijn

Als samenleving zien we ouderschap vaak als het bewaken van grenzen, consequent zijn en je kinderen niet te veel verwennen. Er ligt emotionele druk op ouders om streng te zijn. Hoe banger wij zijn om voor slappe ouder uitgemaakt te worden, des te meer zijn we geneigd onze kinderen in bedwang te houden met straffen en belonen. En hoe moeilijker het voor ons is om echt met onze kinderen samen te werken in plaats van ze iets op te leggen. Daarnaast is het lastig om onvoorwaardelijk met je kind om te gaan als je zelf voorwaardelijk bent opgevoed. Het vergt moed om naar jezelf te durven kijken en na te denken over je eigen handelen.’

Tot slot: wat kunnen ouders doen om het zichzelf wat makkelijker te maken?

Ouderschap is moeilijk zonder de steun van anderen. Zoek dus gelijkgestemden met wie je kunt praten en samen zijn. En als je kinderen oud genoeg zijn, praat dan met ze over hoe je kunt samenwerken om een gelukkig gezin te zijn waarin je niet hoeft te knokken voor een dosis liefde.

Tekst gebaseerd op het interview met Alfie Kohn door Gabriëlle Jurriaans en Annemiek Verbeek.